Inspiratie

Eerlijkheid (David Whyte)

Vrouw in de storm

Eerlijkheid ligt achter de poort van verlies. Daar waar we geen toegang hebben tot ons lichaam, onze herinnering en onze gedachten, dat is waar we niet eerlijk kunnen zijn tegen de ander of tegen onszelf.

De angst om te verliezen in welke vorm dan ook, is de motivatie voor elke bewuste of onbewuste oneerlijkheid.

We zijn allemaal bang voor verlies in al haar vormen. We worden allemaal soms achtervolgd of overweldigd door de mogelijkheid dat iets ophoudt te bestaan.

En daarom zijn we allemaal maar een klein stapje van oneerlijkheid vandaan. Elk mens verblijft intiem dichtbij de deur van openbaring, bang om die te passeren.

Eerlijkheid betekent begrip van onze intieme en noodzakelijke relatie met het niet willen horen van de waarheid.

Het vermogen om de waarheid te spreken is net zozeer het vermogen te beschrijven hoe het is om trillend op de drempel te staan, als door de poort gaan en die moedige krijger te worden, die we allemaal willen worden, die elke omstandigheid gelijkmoedig tegemoet treedt.

Eerlijkheid is niet de openbaring van een fundamentele waarheid die ons macht geeft over het leven, over de ander of zelfs over onszelf.

Nee het is een robuuste incarnatie in de onbekende zich alsmaar ontvouwende kwetsbaarheid van het bestaan. Waar we erkennen hoe machteloos we ons voelen, hoe weinig we weten, hoe bang we zijn om niet te weten en hoezeer we onder de indruk zijn van de genereuze maat van verlies die voorkomt in zelfs het meest gemiddelde leven. Eerlijkheid is gebaseerd op nederigheid en inderdaad vernedering en in toegeven waar we precies machteloos zijn.

Eerlijkheid wordt niet gevonden in het ontmantelen van de waarheid, maar in het begrip hoe ontzettend bang we voor haar zijn. Eerlijk worden betekent feitelijk ten volle incarneren in machteloosheid.

Eerlijkheid stelt ons in staat te leven zonder te weten. We weten het volledige verhaal niet, we weten niet waar we zijn in het verhaal, we weten niet wie er fout zit of wie de schuld krijgt aan het eind.

Eerlijkheid is geen wapen om verlies en hartzeer op afstand te houden. Eerlijkheid is het symptoom van ons vermogen om onszelf te gronden in de realiteit. Deze grond is het moeilijkste te verwerven. Het is de plek waar we ons werkelijk begeven, de levende, en ademende grens waar geen realistische keuze bestaat tussen winst en verlies.

Gedicht van David Whyte

Eigen vertaling  

Mijn pad (Gerdine Smit)

Pad
En als het dan zo is
leg ik mijn pad
naast het jouwe
en loop ik met je mee

Ik was nog naar de goden
of ze iets konden regelen
zo werkt dat niet
zeiden ze

Maar wees gerust
laat zijn
zie je hart
dat luisteren kan
het weet dat de rivier
haar bochten neemt.

Gerdine Smit

Anthem (Leonard Cohen)

duif

The birds they sang
At the break of day
Start again
I heard them say
Don't dwell on what has passed away
Or what is yet to be

Ah, the wars they will be fought again
The holy dove, she will be caught again
Bought and sold, and bought again
The dove is never free

Ring the bells that still can ring
Forget your perfect offering
There is a crack, a crack in everything
That's how the light gets in

Leonard Cohen

Hoe moet ik mij geborgen weten? (Neeltje Maria Min)


Holte.jpg
Mijn moeder is mijn naam vergeten
Mijn kind weet nog niet hoe ik heet
Hoe moet ik mij geborgen weten?

Noem mijn, bevestig mijn bestaan
Laat mijn naam zijn als een keten

Noem mij, noem mij, spreek mij aan
O, noem mij bij mijn diepste naam

Voor wie ik liefheb wil ik heten

Tekst: Neeltje Maria Min


De verborgen schepper (Catharina Visser)

purper (3).jpg
‘Wie de verborgen Schepper najaagt vindt Hem niet, wie de Geest wil vastgrijpen houdt de wind in zijn handen.
Maar wie eenzaamheid aanvaardt als een bodem voor eigen kracht zal de schepping kunnen waarmaken in zichzelf.
Je droefheid om de scheiding wordt je inspiratie om op weg te gaan naar je eigen scheppende wezen.
Daar ligt je vermogen om aandachtig te zijn in je omgang met de ander en te zien wat je eerst niet zag en te verstaan wat je eerst niet hoorde.
Dan herken je in alles het Heilige en wordt je versplinterde wereld een eenheid.’

Tekst van Catharina Visser, tekening van Marianne Zuur. 


De vragen lief te hebben (Rainer Maria Rilke)

tuin.jpg
Men moet geduld hebben met het onopgeloste in het hart en proberen de vragen zelf lief te hebben, als ontoegankelijke ruimtes, als boeken, geschreven in een volkomen onbekende taal.

Wanneer men die vragen leeft, leeft men misschien geleidelijk, zonder het te merken, op een ongewone dag binnen in het antwoord.


Tekst van Rainer Maria Rilke
Brieven aan een jonge dichter




De Herberg (Jalaluddin Rumi)

Dit mens-zijn is een soort herbergRumi
Elke ochtend weer nieuw bezoek.

Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt
als een onverwachte gast.

Verwelkom ze; ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.

Behandel dan toch elke gast met eerbied.
Misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor extase…

De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.

Wees blij met iedereen die langskomt
de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen.

Foto van Linda Coenmans

Kom (Jalaluddin Rumi)

vogel in de poort
Kom

Kom Kom, kom, wie je ook bent.
Schande is hier onbekend.
Al zwoer je duizend eden
die je keer op keer weer brak.
Kom, blijf komen, kom.

Dolende, ootmoedige,
onthechte vreemdeling, kom.

Kom, kom, wie je ook bent.
Zwerver, minnaar,
liefhebber van het heengaan.
Het maakt niet uit.
Wij zijn geen karavaan van de wanhoop.
Kom, al heb je je belofte al duizend keer gebroken.
Kom, kom, kom opnieuw, kom…..

Jalaluddin Rumi (1207-1273)








Alles wil eens geboren worden

Touch.jpg
Mijn hand strekte zich voorzichtig uit
Streelde de angst het lichaam uit
Nam het mee naar het volle licht

Wat echt gezien wil worden,
begint al snel te glanzen,
hoe bang het dan ook was;
alles wil eens geboren worden

En eenmaal geboren
Wordt het ons aangereikt
Iedere keer opnieuw

Wat we waren voor elkaar zijn wij nog altijd (Augustinus)

De dood is niets. Ik ben maar aan de andere kant.
Ik ben mijzelf, jij bent jezelf.

Wat we waren voor elkaar zijn wij nog altijd.
Noem me zoals je me steeds genoemd hebt.

Spreek tegen mij zoals weleer, op dezelfde toon, niet plechtig, niet triest.
Lach om wat ons samen heeft doen lachen, bid, glimlach, denk aan mij, bid met mij.

Spreek mijn naam uit thuis zoals je altijd hebt gedaan, zonder hem te benadrukken, zonder zweem van droefheid. Het leven is wat het altijd is geweest, de draad is niet gebroken.

Waarom zou ik uit je gedachten zijn? Omdat je me niet meer ziet?
Nee ik ben niet ver, juist aan de andere kant van de weg.

Zie je, alles is goed. Je zult mijn hart opnieuw ontdekken en er de tederheid terugvinden, zuiverder dan ooit.
Dus droog je tranen en ween niet als je van me houdt.

Sint Augustinus (ca.396)  - na de dood van zijn moeder.

Steen (M. Vasalis)

Rock
Verdriet kit al mijn krachten samen
zodat ik roerloes word als steen
Mijn hele wezen wordt materie
een ondoordringbaar star mysterie 
o sla de rots, opdat ik ween


M. Vasalis 








Geliefde gestruikelde (Niels Zwakhals)

Oceaan
In plaats van 
jezelf opnieuw bijeen te rapen
weer je schouders eronder te zetten 
het voor de zoveelste keer te gaan proberen
mag je ook het hoofd buigen voor het leven
en huilen om de machteloosheid 
die je daarin zo diep voelt.
Dit falen is een daad van grootse moed
een oceaan van rust en ontspanning
waaruit nieuw ogen ontstaan. 


Niels Zwakhals






O ik weet het niet (Herman de Coninck)

appels
O ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien
zeg: het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets. 
leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets. 

Herman de Coninck


Hart (Niels Zwakhals)

bloed cel hart lichaam
Wel nu, edele, 
jij die in alles
het universum vult

waarheen moet je gaan
wie moet je ontmoeten
en wat nog
te doen

anders dan hier
nu
schitterend
te zitten

wagenwijd genietend
van je eigen
hart

Niels Zwakhals

Brug (Toine Lacet)

Brug
“Breng jij me weg tot aan de brug.
Ik ben zo bang om daar alleen te staan.
Als we daar zijn, ga dan niet direct terug,
maar wacht totdat ik overga en zwaai me na.
Dan voel ik me heel veilig en vertrouwd.

Breng jij me weg tot aan de brug.
Ik heb geen idee, hoe diep het water is.
De overkant lijkt mij zo ver;
Je kunt de oever hier niet zien.
Zover het oog reikt, zie ik mist.
Ik twijfel aan het verder gaan.

De angst voor de dood
is als de angst voor het leven.
Het nieuwe lijkt te groot
om het oude op te geven.
In de diepte van het verlangen
ligt de kennis van het nieuwe leven.
Zoals een vlinder weet van vliegen
in haar donkere cocon.

Breng jij me weg tot aan de brug.
en ga dan niet te vlug terug.
Zwaai jij me na als ik erover ga.
Een heel klein duwtje in de rug
is alles wat ik nog verlang van jou.
Dank voor je liefde en je trouw.
Ik ga nu gauw,
want het begin is reeds in zicht.
Ik voel de warmte van het licht.”


Toine Lacet



Het licht is rond (Pierre Kemp)

sunlight.jpg
Het licht is rond

Het licht is rond en rolt naar alle kanten
de bergen op en af, de dalen door,
de wezens in en uit en langs de planten
stijgt het de bomen in en gaat het alles voor.

Waarheen?
Ik vraag dat niet, ik kom, ik ga,
omdat mijn handen en mijn voeten,
mijn ogen en mijn hart zo moeten
en ik het licht nu eenmaal zo versta.

Tekst van Pierre Kemp


Het pad naar jouwZelf (William Wilson)

Sarah in het water

Ik zal je niet vertellen wat goed voor jou is
Ik weet niet welk pad jij hebt te gaan
Ik bepaal niet of jij de juiste keuzes maakt
Ik weet niet de zin van jouw bestaan

Niemand voelt hoe jij je voelt en
Niemand ziet jouw gedachten
Niemand weet wat jou bezielt
Niemand kent jouw diepste krachten

Niemand kent jouw geheimen en verraad
Niemand herinnert zich wanneer jij viel
Niemand weet hoe jij opkrabbelt uit de put
Niemand voelt het diepste van jouw Ziel

…… behalve jijZelf

En dan loop ik een tijdje met je mee
Want samen delen is meer dan alleen
Dan voelen we ons meer dan de som van twee
En ben ik me even bewust van het Al – het Een.

Tekst van William Wilson


Sta op en schitter (Catharina Visser)

Be Alive.jpg
Sta op en schitter
want lang was de nacht en bitter
de strijd met oude fantomen
maar nu is het morgen
nu wordt het tijd om blinkende dromen
waar te maken – weet je geborgen
in een nieuw licht
Vat moed en schitter en richt
je op wat komen gaat
want je hart wordt witter
en de dag verwacht
je eigen, herboren gelaat

Tekst van Catharina Visser


Ich kam, weiß nicht woher

chair, nature, green.jpg

Ich kam, weiß nicht woher,
Ich bin und weiß nicht wer,
Ich leb, weiß nicht wie lang,
Ich sterb und weiß nicht wann.
Ich gehe, weiß nicht wohin,
Mich wundert’s, daß ich so fröhlich bin

Duitse volkswijsheid rond 1500






De leegte

peach blossom spain.jpg
De leegte is liefde

als je kijkt in de ruimte
en het voelt zo alleen
sla dan de leegte als troost om je heen
de bedaardheid als deken
de nacht als een dag
de rust als een rilling 
de leemte als lach

want de leegte is liefde
het zwijgen is goud
de stilte een schouder
van wie van je houdt

De holte is heel 
en weinig zó veel
kijk er doorheen 
en zie iedereen...


Het ijs (Lars Gustafsson)

het ijs.jpg
Tekening: Marianne Zuur

Voor degene die tegen de onderkant van het ijs aankijkt,
is het ijs zelf iets wits
en de gaten in het ijs lijken
op uitgestrekte donkere velden.

Alleen diegene die weet dat er midden in het duister een uitweg is, 
dat wit op zwart duidt,
en in staat is, tegen zijn instinct te zwemmen
weg van het licht, het donker tegemoet, ziet het daglicht weer.

Er is, zo gauw een geringe gewoonte zich verlegt,
een woord van betekenis verandert, een kans,
dat iemand het redt. Dat hij weer daglicht ziet.

 
Tekst naar een Sonnet XXVII, Lars Gustafsson, vert. J. Bernlef


Er moeten mensen zijn (Toon Hermans)

Clown Marianne Zuur.jpg


Tekst van Toon Hermans, tekening van Marianne Zuur

Er moeten mensen zijn
die zonnen aansteken,
voordat de wereld verregent.

Mensen die zomervliegers oplaten
als het ijzig wintert,
en die confetti strooien
tussen de sneeuwvlokken.

Die mensen moeten er zijn.

Er moeten mensen zijn
die aan de uitgang van het kerkhof
ijsjes verkopen,
en op de puinhopen
mondharmonika spelen.

Er moeten mensen zijn,
die op hun stoelen gaan staan,
om sterren op te hangen
in de mist.

Die lente maken
van gevallen bladeren,
en van gevallen schaduw,
licht.

Er moeten mensen zijn,
die ons verwarmen
en die in een wolkenloze hemel
toch in de wolken zijn
zo hoog
ze springen touwtje
langs de regenboog
als iemand heeft gezegd:
kom maar in mijn armen

Bij dat soort mensen wil ik horen

Die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

Er moeten mensen zijn
die op het grijze asfalt
in grote witte letters
LIEFDE verven

Mensen die namen kerven
in een boom
vol rijpe vruchten
omdat er zoveel anderen zijn
die voor de vlinders vluchten
en stenen gooien
naar het eerste lenteblauw
omdat ze bang zijn
voor de bloemen
en bang zijn voor:
-ik hou van jou-

Ja,
er moeten mensen zijn
met tranen
als zilveren kralen
die stralen in het donker
en de morgen groeten
als het daglicht binnenkomt
op kousenvoeten

Weet je,
er moeten mensen zijn,
die bellen blazen
en weten van geen tijd
die zich kinderlijk verbazen
over iets wat barst
van mooïgheid

Ze roepen van de daken
dat er liefde is
en wonder
als al die anderen schreeuwen:
-alles heeft geen zin-
dan blijven zij roepen:
-neen, de wereld gaat niet onder-
en zij zien in ieder einde
weer een nieuw begin

Zij zijn een beetje clown,
eerst het hart
en dan het verstand
en ze schrijven met hun paraplu
-i love you- in het zand
omdat ze zo gigantisch
in het leven opgaan

en vallen
en vallen
en vallen

en OPSTAAN

Bij dát soort mensen wil ik horen
die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
de muziek gaat DOOR
de muziek gaat DOOR
en DOOR


Het water zal stenen breken (Michele Naljis)

zalm.jpg
Het water zal stenen breken

Wanneer alles diep van binnen pijn doet en je alleen,
tegenover je eigen beeld,
ziet dat het vervormd is door onbekende spiegels.

Wanneer de dingen voor je schaduw wijken,
wanneer je woord dat van een ander lijkt en je hartslag uit je lichaam vlucht.
Wanneer je handen ver van je zijn en je de afdruk van je voeten niet herkent,
wanneer je niets meer waarneemt dan de dode buitenkanten.

Ga dan als de zalm tegen de stroom in met alle razernij van je woede.
Wanhoop niet, het water zal stenen breken.

tekst: Michele Naljis, melodie: Tom Löwenthal


De liefde (Khalil Gibran)

together.jpgTekst van Khalil Gibran 

Liefde:

Toen zei Almitra: “spreek tot ons over liefde”. En hij hief zijn hoofd op en liet zijn blik over de schare gaan en zij verstomde. En met een machtige stem zei hij: “Als de liefde je wenkt, volg haar, al zijn haar wegen nóg zo zwaar en steil. En zouden haar vleugels je willen omhullen, laat haar dan, al zou het zwaard dat verborgen zit onder haar veren je kunnen verwonden. En als ze je toefluistert, schenk haar dan je geloof, terwijl haar stem je dromen verbrijzelt zoals de noordenwind door je tuin woedt en haar maakt tot een dorre woestenij. Want zo de liefde je kroont, ze kruisigt je ook en ofschoon ze dient voor je groei, ze zal je ook snoeien. 

Zo ze opstijgt om je dorste en teerste takken te strelen die bevend trillen in de zon, zo daalt ze ook af naar je wortels en rukt hun houvast aan de aarde los.
Als korenschoven gaart ze je bijeen.
Ze dorst je tot je naakt bent.
Ze wast je tot je vrij bent van je kaf.
Ze maalt je tot je blank bent.
Ze kneedt je tot je soepel bent en wijst je dan toe aan haar heilig vuur zodat je worden zult tot heilig brood voor Gods heilig feest. 
Dit alles doet de liefde, opdat je de geheimen leert kennen van je eigen hart en deel zult worden van ‘s levens hart.

Maar als je in je angst alléén de vrede en de zoetheid der liefde zoekt, is het beter dat je je naaktheid bedekt, haar dorsvloer verlaat en een wereld betreedt zonder seizoenen, waarin je zult lachen maar niet je volle lach en waarin je zult wenen maar niet al je tranen. De liefde geeft enkel zichzelf en put slechts uit haar eigen bron. Zij bezit niet en wil evenmin in bezit genomen worden want ze is zichzelf genoeg. 

Als je liefhebt, zeg dan niet: “God is in mijn hart”; zeg liever: “ik ben in het hart van God” en tracht niet liefde’s loop te bepalen, want de liefde richt, zo zij je waardig acht, haar eígen loop. De liefde kent geen ander verlangen dan zichzelf te vervullen, maar als je wél liefhebt en verlangens koestert laat deze verlangens dan zijn: 
Samen te smelten tot een snelvlietende beek die haar melodie zingt in de nacht.
De pijn te kennen van te veel tederheid.
De liefde te doorgronden, gewond te worden en vrijwillig en vreugdevol bloeden.
Bij het ochtendgloren te ontwaken met een gevleugeld hart, dankbaar voor weer een dag van liefhebben.
Te rusten op het middaguur en de vervoering der liefde te overpeinzen. 
In de avond vol dankbaarheid huiswaarts te keren en in te slapen met een gebed voor je geliefde in je hart en een loflied op je lippen”. 

Kahlil Gibran (uit: De profeet)

Vrij blijven (Theije Twijnstra)

Be Alive -child.jpg
ZORG DAT JE VRIJ BLIJFT

Iedereen is een eenling, zei de wijze man, maar bijna niemand weet het.
Frederike keek hem ernstig aan. Waarom niet?
Omdat de meeste mensen bang zijn voor zichzelf.
Ze willen liever samen eenzaam zijn.

Ben ik ook een eenling? vroeg Frederike.
Ja, jij ook zei de wijze man.
Zal ik later ook een eenling zijn? vroeg Frederike.
Dat hangt van jou af.

Bedenk wel dat het heel moeilijk is om een eenling te zijn.
Ieder mens wil je beïnvloeden. Ieder wil zich met jou bemoeien, zodat je net zo wordt als zij. Want als je een eenling wilt zijn, dan blijf je altijd een ander voor de ander en dezelfde voor jezelf.
Dan blijf je vrij. Zorg dat je vrij blijft!

Hoe moet ik dat doen? vroeg Frederike zacht.
Ik ben vaak heel bang voor mensen, vooral op school.
Ze schelden me uit omdat ik zo goed kan leren.
Dat maakt niet uit, het gaat erom dat je niet bang bent voor jezelf.

Eenlingen reageren altijd op zichzelf en nooit op de ander.
Dus als de ander je uitscheldt, dan scheld je niet terug.
Je vraagt je alleen af: waarom doet dat nou zo zeer in mij?
Is dat mijn trots, is dat mijn onzekerheid, is dat mijn angst?
En waarom wil ik nou zo graag terug schelden?
Komt dat door de ander of komt dat omdat ik zo van schelden houd?
Omdat ik nog zoveel gescheld in mij heb zitten?

Vraag altijd aan jezelf en nooit aan de ander want anders komt er een ander in je wonen en weet je niet meer wie je bent.

De wijze man pakte een beukennootje van de grond en zei:
Ieder mens is als dit zaadje. De ander is alleen het water of het zonlicht, maar nooit het zaadje zelf.
Dat zaadje zit in jou.

Verbind je altijd met jouw eigen oorzaak en niet met de motieven van de ander.
Zo maak je je vrij van de motieven van de ander.

De ander raakt je alleen maar aan
zoals ook de regen of de zon
alleen het zaadje aanraakt
maar niet weet of er een beukenboom
of een dennenboom uitgroeit.

Of een roos..... zei Frederike.
Precies, of een roos.

Niemand weet wat jij in je hebt.
Dat moet jezelf ontdekken.

De ander kan je niet raken als jij het niet in je hebt.
Dus iedere keer als je door de ander wordt geraakt, of dit nu met vloeken gebeurt of een compliment, met slaan of met een streling, iedere keer kun je iets over jezelf te weten komen.
Dat is het mooie van de ander.
Dat is het mooie als je een eenling bent.

Een eenling doet dankzij de ander
steeds nieuwe ontdekkingen over zichzelf.

Eigenlijk kan de ander je dus heel weinig aandoen.
Wees dan ook niet bang dat je de ander zou kunnen kwetsen want dat is niet mogelijk.
Je kunt de ander alleen aanraken
op de plek waar hij al gekwetst was.

Maar dat is dan niet jouw 'schuld', dat is een deel van hem.
En het is ook aan hem of hij deze kwetsing vergroot of juist beter wil leren begrijpen.

Voel je niet gehinderd om alles te zeggen wat je wil zeggen, zo blijf je in evenwicht. Zo blijf je vrij van elkaar en geef je je eigen macht niet weg.

© Theije Twijnstra

Uit het boek:
Een gelukkig mens en andere geheimen



Huwelijk (Khalil Gibran)

2 bomen

Tezamen werd je geboren, en tezamen zul je voor immer zijn.
Jij zult tezamen zijn, als de witte vleugelen van de dood je dagen verstrooien.
Ja, je zult zelfs tezamen zijn in Gods stille herinnering.
Maar laten er tussenruimten zijn in je tezamenzijn.

Laat de winden des hemels tussen je dansen.

Hebt elkander lief, maar maakt van de liefde geen band:
laat zij veeleer zijn een golvende zee tussen de kusten van je zielen.
Vult elkanders bekers, maar drinkt niet uit dezelfde beker.

Geeft elkander van je brood, maar eet niet van hetzelfde stuk.
Zingt en danst tezamen en weest blijde, maar bent ieder alleen,
zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek.
Geef je harten, maar geef ze niet aan elkander in bewaring.

Want alleen de hand des levens kan je harten bevatten.
En staat tezamen, maar niet te dicht bijeen:
want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf,
en de eik en de cipres groeien niet in elkanders schaduw.

Khalil Gibran

Moeder Teresa

to the lightChatterjee vroeg aan moeder Teresa: Hoe komt het dat u in staat was zulke grootse dingen te doen?

Ze keek met vragende ogen. Alsof ze niet begreep wat hij zou kunnen bedoelen. Daarna gaf ze eenvoudig antwoord. Je kunt geen grootse dingen doen, je kunt alleen kleine dingen doen, met veel liefde. 

Over leiderschap

Winston Churchill over leiderschap: 'Van mislukking tot mislukking kunnen gaan, zonder enthousiasme te verliezen'

blije hond

Back to Top